In dit blog legt dr. Joop Remmé uit wat waarheid is. Dat lijkt zo simpel, maar is het dat ook?
Lees meer over waarheid en ons logo
Waarheid als centrum van onze waarden van onafhankelijk onderzoek
Waarheid is een complex begrip, dat te pas en te onpas wordt gebezigd. In veel contexten is het niet nodig om alles te betwijfelen: een pragmatische omgang met waarheid is ook volgens veel filosofen prima. Zo zou het in een parallel universum wellicht mogelijk zijn dat causaliteit in tijd achterwaarts bestaat, maar in dit ondermaanse kan een gebeurtenis op maandag wel de oorzaak, maar niet het gevolg zijn van een gebeurtenis op de dinsdag erna. Dergelijke evidenties hoeven niet bij voortduring bewezen te worden.
Dat geldt ook voor veel ‘vaststaande feiten’. Zo hoeft er over het bestaan van een bepaald document, als dat voor iedereen zichtbaar is, niet gediscussieerd te worden. Dat kan – binnen redelijke grenzen – wel over de opsteller, inhoud, betekenis en bedoeling ervan (dit zijn allemaal verschillende feiten, met verschillende waarheidsclaims).
Waarheidsuitspraken hebben we nodig om fenomenen in de werkelijkheid te kunnen beschrijven en verklaren. Dat is niet alleen interessant; het is ook nodig om in die werkelijkheid handelend te kunnen optreden, met name in het samenwerken met andere mensen. Die hebben erbaat bij dat uitspraken betrouwbaar zijn.
Het onderscheid tussen de waarheid van werkelijkheid en de waarheid van het kennen van de werkelijkheid gaat terug op Kant (al bouwde hij voort op Cusanus en Descartes). De waarheid van de werkelijkheid bestaat, maar is nooit echt kenbaar (zoals een vis misschien kan zien dat er boven het water lucht is, maar niet echt kennis kan hebben van die lucht). De waarheid van het kennen van de werkelijkheid is bepaald door de structuur van het menselijke denken. Op basis van die structuur is dat toetsbaar. Het maakt dat mensen elkaars kennis kunnen overnemen en hanteren.
Russell argumenteerde dat de uitspraak “alle zwanen zijn wit” enkel als waar kan gelden als we dit bij alle zwanen hebben gecontroleerd, wat onmogelijk is. De onbetrouwbaarheid van die uitspraak bleek bij de ontdekking van zwarte zwanen.
Popper argumenteerde dat de uitspraak “alle zwanen zijn wit” betrouwbaar is zo lang je alleen witte zwanen hebt meegemaakt. Maar je weet niet zeker of alle zwanen wit zijn. En met de ontdekking van zwarte zwanen weet je zeker dat dit niet zo is. Het gevolg was dat de uitspraak moest worden bijgesteld. Daarom moet je zo’n uitspraak zo opvatten dat die gefalsifieerd kan worden en bij het vinden van tegenvoorbeelden kan worden bijgesteld. Na controle waarbij geen tegenvoorbeelden zijn gevonden geldt de uitspraak als gefalsifieerd en daarmee betrouwbaar.
De opdracht voor onderzoekers is om hun bevindingen zo te rapporteren dat een ander de manier waarop die bevindingen zijn verkregen zou kunnen herhalen om te kijken of dezelfde conclusie wordt verkregen.
We moeten er mee leven dat waarheid beperkingen kent: de waarheid van de werkelijkheid is maar beperkt kenbaar en de waarheid van uitspraken over de werkelijkheid is voorlopig, tot er een betere uitspraak komt. Maar binnen die beperkingen is er genoeg zekerheid om aan vast te houden.